Angst is een normaal aspect van ieders leven, zowel bij dier als bij mens. Als we geen angst zouden hebben, worden we niet innerlijk gewaarschuwd wanneer we in gevaar zijn. Ook pijn is hier een goed voorbeeld van, zonder dit gevoel weten we niet dat we verzorgd moeten worden. Zonder angst weten we niet dat we in gevaar zijn, ook al is dit niet bepaald een fijn gevoel.
Maar angst kan ook te grote vormen aannemen, waardoor er geen normaal leven meer geleid kan worden. Mensen met bijvoorbeeld pleinvrees of spinnenvrees hebben angsten die te ver buiten hun proporties gaan. Dit noemen we geen angsten meer, maar fobieën.
Deze fobieën kunnen ontstaan door één schokkende gebeurtenis die de verdere verloop van het leven beïnvloedt, maar ook geleidelijk aan, wanneer steeds iets opnieuw gebeurt.
Je kitten zal tussen de leeftijd van 2 en 7 weken oud leren waar hij moet oppassen. Helemaal in het begin zijn het kleine helden, die nieuwsgierig heel de buurt en plekjes doorzoeken waar oudere katten niet durven te komen. Na verloop van tijd leren deze kleine katjes ook waar het gevaarlijk is en waar niet, waarvoor ze schrik moeten hebben, en waarvoor niet.
Als een katje rond die leeftijd grote angsten heeft gekend, dan zullen deze voor de rest van zijn leven blijven hangen.
Deze angsten vallen uiteraard wel te behandelen, door je kat langzaamaan en geleidelijk te laten wennen aan hetgeen waarvoor hij zoveel angst heeft. Stap voor stap kan je hem laten inzien dat hij helemaal geen schrik hoeft te hebben.
Als je kat bijvoorbeeld bang is voor onbekende mensen, kan je iemand vragen je kat op afstand te benaderen. In het begin kan dit twintig meter zijn, geleidelijk aan laat je dit afzakken tot tien meter, en uiteindelijk zal je kat geen schrik meer hebben.
Dit is uiteraard een zeer intensief trainingsprogramma, en kan dan ook best uitgewerkt worden door mensen die hierin gespecialiseerd zijn.
Zware gevallen zijn de katten die lijden aan een globale angst. Deze arme dieren zijn continu bang voor alles wat er rondom hen gebeurt. Het is zeer moeilijk deze angst weg te krijgen, daarom kiezen veel baasjes voor medicatie.
Het is best mogelijk om je kat van zijn angst te laten wegstappen, zeker als deze duidelijk te identificeren is.
angst, fobie, katten, kittensWat zou het leven er toch veel beter uitzien als ook je kat naar toilet kon gaan. Geen kattenbak meer in huis, geen vieze geurtjes die tegengehouden moeten worden, en geen kattenbakvulling meer vervangen. En het beste van al: het is mogelijk!Als je kat 6 maanden of ouder is, kan je hem aanleren het toilet te gebruiken. Het is niet zo moeilijk, maar vergt wel geduld. Leeftijd en ouderdom spelen geen grote rol, iedere kat kan dit aanleren. Alles tesamen zou het proces ongeveer 3 weken moeten duren. Natuurlijk mag niet vergeten worden dat elke kat anders is. Bij sommige katten kan de leertermijn dus oplopen tot een aantal maanden.Er zijn verschillende ‘kits’ op de markt die er voor zorgen dat je kat het toilet leert gebruiken, maar deze hoef je niet aan te schaffen als je gewoon simpel het stappenplan volgt dat hieronder staat beschreven. Als je kat op een bepaald moment afhaakt, moet je gewoon een aantal stappen teruggaan.
1. Allereerst plaats je de kattenbak vanaf nu in de badkamer naast het toilet. Je kat zou ongeveer een week moeten wennen aan de andere omgeving. Daarna is het tijd om de kattenbak steeds hoger te plaatsen. Je kan alles gebruiken dat daarvoor kan dienen: telefoonboeken, kranten, magazines, … Zorg er wel voor dat het geheel stevig blijft zodat je kat er niet af valt, want dit kan zijn motivatie voor deze nieuwigheden wel eens de grond in boren. Deze stap kan zeker één à twee weken in beslag nemen.2. Wanneer de kattenbak op dezelfde hoogte is als het toilet, plaats dan de kattenbak rechtstreeks op het toilet. Als je kat dit geheel gewend is geraakt, moet je de kattenbak wegnemen. Vervang het door een aluminium pan, of iets anders dat daarop lijkt. Plak deze vast aan het toilet, en maak er een gaatje in waarlangs alles kan wegvloeien. In het begin van dit stadium kan je er eventueel nog wat kattenbakvulling in doen om je kat het gemakkelijk te maken.3. Dit gat maak je steeds groter en groter, tot op het punt waarop je kat wel op de toiletrand moet staan. Als je merkt dat je kat het wel gewend is om op de toiletrand te staan, kan je alles wegnemen en je kat zonder enige hulp naar het toilet laten gaan.
katten, kattenbak, ontlasting, plassen, toilet, uitwerpselen, urinerenEen kat in je huis houden heeft natuurlijk ook zijn mindere kant: de kattenbak. Als je goed weet hoe je hier mee moet omgaan, dan zal je er niet zo veel nadeel aan ondervinden.De katten die buiten leven, hebben de kans om in eender welke grond een putje te graven, hun ding te doen en het weer te bedekken alsof er niets gebeurd is. Dit is natuurlijk al wat moeilijker met huiskatten, daarom dat er een goede kattenbak voorzien moet zijn die zo veel mogelijk op de buitengrond lijkt.
Over het algemeen bestaan er twee versies: de open kattenbak en de gesloten. In een gesloten kattenbak zal je kat zich meestal niet zo op zijn gemak voelen. In hun meest kwetsbare positie zien ze liever de omgeving en wat er rondom hen gebeurt, want je weet maar nooit wie of wat hen kan aanvallen. Een kattenbak waar je kat zich niet goed voelt, zal ook niet gebruikt worden en dan zou het wel eens onaangenaam kunnen ruiken achter de zetel bijvoorbeeld.Er bestaat een klein regeltje over hoeveel kattenbakken je juist zou moeten aanschaffen. Dat is: één meer dan het aantal katten dat je hebt. Als je dus één kat hebt, zou je twee kattenbakken moeten hebben. Bij twee katten zouden het er drie moeten zijn, enzovoort. Als je huis bestaat uit twee verdiepingen is het best om er op elke verdieping eentje te zetten.
De kattenbak mag niet vlakbij je kat zijn eet- of speelplek staan. Ze vinden het niet zo fijn om in hun directe leefomgeving hun ding te doen. Je zet de kattenbak best wat verder in een hoek, zodat je kat slecht twee kanten hoeft op te kijken. Als hij een zicht van 360° heeft, kan het gebeuren dat je kat zich bedreigd voelt door de open omgeving en liever ergens anders gaat plassen.
Er bestaan heel wat verschillende soorten kattenbakvulling. Kies er eentje die zowel jij als je kat het beste vinden, ook al is dit vaak even zoeken. De kattenbakvulling moet zoveel mogelijk op de grond buitenshuis lijken. Dit is zachte grond, waarin je kat zich comfortabel voelt en waarin hij graag met zijn pootjes graaft.Jij zal het waarschijnlijk belangrijker vinden dat de onaangename geur niet te sterk in huis aanwezig is. Hiervoor zijn ook mogelijkheden, vele kattenbakvullingen zijn er op voorzien om de geur te absorberen. Blijf vooral consistent in je keuze, dit is het belangrijkste voor je kat.
De kattenbak moet ook worden proper gemaakt. Reinig hem nooit met chemicaliën. Hoe vaak je de kattenbak reinigt en de kattenbakvulling moet vervangen hangt eerder af van je kat zelf, en hoeveel katten er in je huis rondlopen.
katten, kattenbak, ontlasting, plassen, uitwerpselen, urinerenGoudvissen zijn erg makkelijk te verzorgen én leuk om naar te kijken. Ze komen oorspronkelijk uit China, waar het kweken van goudvissen nog steeds een populaire activiteit is. Er bestaan meer dan 100 variëteiten van de goudvis. Er zijn de gewone goudvissen, die je in elke lokale dierenwinkel terugvindt en die slecht een paar euro kosten, maar er zijn ook zeldzame soorten met schitterende kleuren en vinnen, die tot honderden euro’s kunnen kosten.
De goudvis is een erg sterke vissoort, die goed temperatuurwisselingen verdraagt. Het water van de vis moet wel zuiver, chloorvrij en goed verlucht en gefilterd zijn. Zorg er ook voor dat de goudvis voldoende ruimte heeft om te bewegen. De kleine ronde goudviskommen zijn niet de ideale aquariums. Ze zijn te klein, zeker voor meer dan een vis, en beschikken niet over een filtering- of zuiveringssysteem. Voor iedere 3 cm. vis zou je 4 liter water moet tellen.
Controleer de temperatuur van het water voor je de vissen in het aquarium plaatst. Vermijd sterke chemische schoonmaakmiddelen wanneer je het aquarium schoonmaakt. Spoel alles goed weg, want zeep en bleekmiddel zijn giftig.
Plaats het aquarium niet in het rechtstreekse zonlicht. Dat kan leiden tot oververhit water, wat de groei van algen bevordert. Als de tank correct geplaatst wordt, moet je maar kleine hoeveelheden proper water bijvoegen. Om de 7 tot 10 dagen een vierde van het watervolume vervangen zal volstaan. Om de 2 tot 3 maanden moet je al het water in het aquarium verversen.
Planten, grotjes en poortjes waarachter de vissen zich kunnen verschuilen, zijn ten sterkste aan te raden. Op die manier voelen de vissen zich veiliger. Gebruik altijd een visnet om de vissen te vangen. Anders zul je de schubben van de vis gemakkelijk beschadigen en kun je de vis makkelijk laten vallen.
Goudvissen geef je gewoon visvoer. Het grootste probleem bij het voederen van goudvissen is dat mensen hun vissen vaak te veel voer geven. Te veel voer zal leiden tot troebel water, waardoor het aquarium vaker moet schoongemaakt worden. De goudvis zal zich ook overeten als hij te veel voer krijgt. Een keer per dag voer geven zal al volstaan. Een snuifje visvoer per vis is al genoeg.
Hongerige vissen zullen naar de rand van het aquarium zwemmen als jij in de buurt komt. Een gezonde, hongerige vis zal meteen achter het voedsel aangaan wanneer je het in het aquarium gooit. In de winkel kun je vakantievisvoer kopen, waardoor je je vissen langere tijd niet hoeft te voederen.
aquarium, goudvis, vissen, voederenDe meeste huisdieren reageren over het algemeen heel goed op de komst van een tweede huisdier. In het begin zijn ze heel nieuwsgierig naar hun nieuwe huisgenoot, maar dit gaat snel over. Op basis van het algemeen gedrag van je kat of hond kan je je een vrij correct beeld vormen van zijn reactie op een tweede huisdier. Wanneer je hond zich bijvoorbeeld agressief gedraagt tegenover onbekenden of andere dieren, zal hij dat gedrag hoogstwaarschijnlijk ook tonen tegenover het nieuwe dier. Is hij verwend, dan zal hij eerder een jaloerse reactie vertonen.
Het helpt als uw hond getraind is. Als je hond gehoorzaamt en luistert wanneer je hem beveelt te blijven zitten, te gaan liggen of te komen zal het makkelijker zijn om probleemloos een tweede huisdier aan te schaffen. Dit is immers een hulpmiddel wanneer je quality time met het nieuwe huisdier wilt doorbrengen. Dit zal makkelijker gaan als je je hond op zijn plaats kan houden en je alle aandacht op het nieuwe dier kan richten.
Het is belangrijk om het eerste contact zo rustig mogelijk te houden. Houd het nieuwe huisdier bij de thuiskomst in uw armen en houd je hond aan de lijn. Beveel hem om te blijven zitten. Breng vervolgens heel langzaam het nieuwe huisdier naar je hond. Als alles onder controle lijkt, breng ze dan stilaan bijeen en laat ze aan elkaar ruiken.
Wanneer dit echter niet het geval is en er tekenen van agressie zijn, verplicht je hond dan om te blijven zitten en beloon hem. Katten mag je toelaten om dichterbij te komen om het nieuwe dier te onderzoeken.
Belangrijk is dat u toezicht houdt zolang je er niet zeker van bent dat de twee dieren zich in elkaars nabijheid zullen gedragen. Let erop dat je beide dieren evenveel en genoeg aandacht schenkt om jaloezie te voorkomen. Beloon je huisdier als hij zich gedraagt terwijl je je bezighoudt met de nieuwkomer. Dit is in zijn ogen vaak zijn rivaal. Probeer de nieuwe huisgenoot te associëren met positieve, leuke zaken in plaats van negatieve dingen, zoals bestraffing voor ongepast, stout gedrag. Blijf erin geloven dat beide dieren elkaar uiteindelijk wel zullen aanvaarden als familieleden, hoe lang het ook lijkt te duren.
huisdieren, vriendenOm te vermijden dat uw kat zijn uitwerpselen in de tuin achterlaat, zijn er verschillende oplossingen voor handen. Maar wat misschien werkt bij de ene kat, zal misschien niet werken bij de andere. Dit probleem vraagt wat geduld en tijd om te achterhalen op welke maatregel de kat het beste reageert.
Doordat katten jagen is het besmettingsgevaar op toxoplasmose, beter gekend als de kattenziekte, groot. Deze wordt veroorzaakt door een parasiet en is besmettelijk voor de mens, wanneer hij in aanraking komt met de uitwerpselen. Belangrijk is dus om uw tuin vrij te houden van kattenuitwerpselen, vooral oudere stoelgang, die een hogere besmettingsgraad heeft. Dit is belangrijk voor uw kind, of nog belangrijker, voor zwangere vrouwen, waarbij besmetting nefast kan zijn voor het ongeboren kind.
Een oplossing is om de uitwerpselen te bedekken met een dikke laag mengeling van schors, stenen, grind of een andere mengeling met grove stukken. Katten houden van alles met een fijne textuur, zoals zand. Ze zien er echter vaak tegenop om in grote stukken te graven. Helaas brengt deze oplossing een hoge kost met zich mee, zeker voor grote oppervlakten. Een laag met een minimumhoogte van 10 cm is aangewezen.
Omheiningen kunnen een hulpmiddel zijn, maar slechts met een beperkt succes. Dit kan een kat wel ontmoedigen, maar esthetisch is het geen aanrader, vaak past het niet in het landschap. Overigens werken afsluitingen met gaten niet.
Vallen worden soms gezet door de buren, maar moeten voorzichtig geplaatst worden om katten niet te verwonden. Muizenvallen werden vroeger veel gebruikt, maar de kat kan hierdoor kwetsuren oplopen, bijvoorbeeld aan de staart.
Een andere aanpak die in het verleden gebruikt werd, was het verspreiden van mottenballen in de tuin. De stank schrikt katten af. Om de omgeving te besparen van de onaangename geur en om veiligheidsredenen, is dit echter niet aangeraden. Jonge kinderen kunnen bijvoorbeeld denken dat ze een snoepje gevonden hebben. Het deeltje dat de geur verspreidt, is gekend als een grote vervuiler en ermee in contact komen, kan ziekte als gevolg hebben. Het is samengesteld op basis van petroleum en kolen. Zelfs als een kat een kleine hoeveelheid binnenkrijgt, is de kans op ziekte groot.
De enige echt efficiënte oplossing is om katten alleen uit te laten onder toezicht. Katten alleen aan een lijn buiten laten is geen alternatief. Het risico op verstikking als de lus in de knoop raakt is te groot. Een kattenharnas is de veiligste methode.
katten, ontlasting, uitwerpselenJe kind denkt dat je huisdier speelgoed is? Dan wordt het hoog tijd dat je ingrijpt en jekind leert omgaan met je hond of kat. Hoe betrouwbaar je huisdier ook lijkt, het blijft een dier, dat met een onverwachte reactie uit de hoek kan komen. Het is belangrijk voor de veiligheid van het kind en van het dier zelf om een goede relatie te ontwikkelen tussen beide.
Toezicht is nodig tot je kind op een verantwoorde manier omgaat met het huisdier. Kinderen jonger dan 5 jaar beschouwen het huisdier niet als een levend wezen, maar als een knuffel of een stuk speelgoed waar ze mee kunnen doen en laten wat ze willen. Het is belangrijk voor zowel dier als kind om een oogje in het zeil te houden.
Een ander knelpunt is de manier waarop ze hun liefde uiten voor het huisdier. Vaak hebben kinderen de neiging om zich in hun enthousiasme wild te gedragen, waardoor een boosaardige reactie kan worden uitgelokt. Laat ze het huisdier niet plagen, duwen of slaan. Ook de wijze waarop ze het dier aaien, dragen of terug op de grond zetten moet juist worden aangeleerd. Omgang met dieren vraagt om een rustige aanpak. Wijs je kinderen hierop.
Snelle en onverwachte bewegingen of luid geschreeuw en lawaai roepen angst op bij dieren, vaak zijn kinderen zich hier niet bewust van.
Je kind zal het meest leren als je het betrekt bij het dagelijkse onderhoud van het huisdier. Laat het, onder jouw supervisie- het dier voeden, wassen, en verzorgen en neem uw kind mee naar de hondenschool. Zo ontwikkel je verantwoordelijkheidsgevoel bij je kind. Het wordt zich bewust van het feit dat het huisdier afhankelijk is van hem voor zijn verzorging en zijn welzijn.
Concreet kan u bijvoorbeeld een lijst opstellen met allerlei karweien die je kind met het huisdier kan uitvoeren. Let er wel op dat deze correct worden uitgevoerd in het belang van uw huisdier.
Huisdieren zijn waardevolle hulpmiddelen om je kind respect, inlevingsvermogen, verantwoordelijkheid en vriendelijkheid bij te brengen. Bagage die ze zeker zullen gebruiken in de rest van hun leven. De band tussen kind en huisdier is er één voor het leven en verrijkt hun persoonlijkheid. Het is de moeite waard om hier tijd en energie in te steken!
huisdieren, kinderenWat te doen met honden die hun eigen uitwerpselen, en die van andere dieren, opeten? Wees gerust, het is geen vreemde afwijking van uw hond, maar een veel voorkomend fenomeen, ook wel gekend als coprofagie. Hieronder geven we je wat meer informatie en enkele tips.
Meestal is coprofagie aangeleerd en komt het al voor op jonge leeftijd. De oorzaak is een vertraagde stofwisseling waardoor bepaalde voedingsstoffen niet verteerd zijn en intact het lichaam verlaten. De hond eet deze onverteerde voedingsdelen weer op. Ook als dit voorkomt bij de uitwerpselen van andere dieren.
Pups zien dit gedrag bij hun moeder wanneer zij het nest schoon houdt. Dit houdt in dat ze ook de poep opeet. Net zoals kinderen imiteren pups het gedrag van hun moeder. Het is dus belangrijk om je pup dit gedrag tijdig af te leren.
Verder vinden jonge honden het leuk om te spelen met uitwerpselen, vooral zij die weinig andere bezigheden hebben. Vaak is het een soort van bezigheidstherapie. Zorg dus dat uw pup voldoende speeltjes of afleiding heeft.
Daarnaast moet je je hond uiteraard leren dat dit gedrag ongewenst is. Dit kan je alleen door regelmatig met hem te trainen. Zorg er voor dat uw hond genoeg afleiding heeft, waardoor hij niet geneigd is te zoeken naar ontlasting. Laat je hond lange tijd niet los lopen, houd hem aan de leiband, zodat hij niet kan eten. Probeer hem niet te veel uit te laten op plaatsen waar veel andere dieren komen.
Er bestaan verschillende commerciële middeltjes, maar die zijn doorgaans niet efficiënt. Meestal wordt er iets bij het hondenvoedsel gedaan waardoor zijn uitwerpselen vreemd gaan ruiken. Je kunt ook eens proberen geplette muntjes door zijn eten te mengen of een pikante saus over zijn uitwerpselen te gieten, zodat je hond er een afkeer van krijgt.
Doorgaans is het eten van ontlasting niet gevaarlijk, ook niet die van andere dieren. Wel houdt dit een risico in bij de ontlasting van paarden. Je kan immers niet weten of het dier ontwormingsmiddel, welk giftige stoffen bevat, heeft gekregen. Uiteraard weet je ook niet of andere dieren al dan niet medicatie hebben gekregen. Je kan dus beter je hond verbieden om ontlasting te eten.
coprofagie, honden, ontlasting, uitwerpselenJe denkt je kat eens te verwennen met een lekker warm bad? Of je wil je kat die volledig onder de modder zit een grondige wasbeurt geven? Denk dan maar tweemaal na alvorens je het bad laat lopen! Veel katten hebben een natuurlijke afkeer voor water. Helaas is er geen echte wetenschappelijke verklaring voor. Wel zijn er enkele mogelijke oorzaken die ons tot wat inzicht brengen.
Een mogelijke reden is er eentje met historische lading. Katten leefden oorspronkelijk in droge gebieden zonder neerslag en op plaatsen zonder rivieren en meren. Bijgevolg is water hen vreemd en hebben ze er doorheen de tijd een panische angst voor ontwikkeld. Een mogelijk bewijs is de urine van katten. Deze heeft een hogere concentratie dan die van mensen of honden doordat ze van nature leefden op het droge land. Hun lichaam is aan deze levensomstandigheden gewend en slaat meer water op, wat hen moest helpen te overleven in de droge gebieden.
Een andere verklaring kan zijn dat katten er een hekel aan hebben wanneer hun haar door de war geraakt. Ten slotte zijn katten het grootste deel van hun tijd bezig met zichzelf te wassen. Iedereen die een kat als huisdier heeft, zal beamen dat hun kat niet zal stoppen met wassen tot elk haartje opnieuw glanzend schoon is en terug in de juiste richting ligt.
Een laatste mogelijke verklaring is dat katten met een natte pels zwaarder wegen en minder gestroomlijnd zijn. Hierdoor kunnen ze zich moeilijker en langzamer voortbewegen, iets wat als kat allesbehalve handig is.
Misschien heb je geluk en geldt dit niet voor jouw kat. Sommige katten houden er zelfs van om te zwemmen.
Veel kattensoorten spelen graag met water dat uit de kraan stroomt of genieten ervan hun baasje te vergezellen onder de douche. Dit bewijst dat er katten zijn die zich toch kunnen amuseren met water.
Je wil een kat aanschaffen die niet paranïdea wordt als ze nog maar besprenkeld wordt? Ga dan voor de Turkse van, gekend als de waterliefhebber onder de katten. Deze poezen zijn immers opgegroeid in de omgeving van het Turkse meer bij de berg Ararat en hebben dus steeds gezwommen en zelfs vissen gevangen om te kunnen overleven. Maar ook van een Turkse van kun je niet voor 100% zeker zijn dat ze van water houdt.
katten, Turkse van, water, waterschuwVeel eigenaars van katten zijn er zich van bewust dat castratie aangewezen is, maar slechts weinigen weten waarom.
Wij zetten de voordelen voor u op een rijtje.
Katers die niet gecastreerd zijn, zullen om hun territorium te verdedigen andere dieren aanvallen. Zo verdedigen ze niet alleen hun domein, maar krijgen ze ook de kans om indruk te maken op de vrouwtjes. Katten vechten doorgaans door te krabben en te bijten, waardoor ze vaak gekwetst raken. Dit kan leiden tot infecties, wat op zijn beurt abcessen als gevolg heeft. Wanneer je kater echter gecastreerd is, zal hij veel minder de neiging hebben om te vechten of om aan te vallen. Het is bewezen dat dit effectief zo is bij 85 % van de gecastreerde katers.
Naast gezondheidsredenen zijn er ook andere redenen waarom castratie voordelig is. Katers bakenen doorgaans hun gebied af door te urineren, bijvoorbeeld op je gordijnen, op je tapijt of tegen je meubels. Door het ontbreken of minder aanwezig zijn van het territoriuminstinct zal je kat de neiging hebben dit in mindere mate te doen. Je huis blijft niet enkel mooi en intact, maar je hebt ook geen last van de onaangename urinegeur. Bij 9 op de 10 katten die gecastreerd worden is dit inderdaad zo.
Gecastreerde katers hebben overigens meer aandacht voor zichzelf en zullen zich properder houden door zich frequenter te wassen.
Gecastreerde katers zijn aangenamere huisdieren. Ze hebben niet zozeer dat territoriale instinct en zullen vaker thuis zijn in tegenstelling tot ongecastreerde katten. Zij komen meestal alleen naar huis om te eten en te slapen. Door je kater te laten castreren zal hij minder rondzwerven en verminder je het risico dat hij onder de wielen van een auto terechtkomt, wat een veel voorkomende doodsoorzaak is bij katten. 9 op de 10 gecastreerde katers blijft inderdaad meer thuis.
Als laatste zijn er nog enkele ethische redenen. We worden als het ware al geplaagd door een enorme hoop zwerfkatten. Je kater laten castreren draagt bij tot een minimalisatie van dit probleem. Zo zijn er niet alleen minder katten zonder baasje, maar heb je zelf minder last van zwerfkatten.
Gecastreerde katers zijn niet dik en lui. Clichés dat hun persoonlijkheid zou veranderen of hun zin om te jagen en spelen over zou gaan, kloppen niet. Wees gerust, je kater wordt geen tweede Garfield!
castreren, katers, katten