Denk je erover je hond op dieet te zetten? Houd dan rekening met zijn algemene levensstijl. De twee belangrijkste factoren die je moet veranderen zijn voedsel en lichaamsbeweging. De meeste dieren wegen te veel omdat ze meer eten dan ze bewegen.
Maar een hond zal natuurlijk niet zelf beslissen op dieet te gaan! Jij bent diegene die de eetgewoonten van je dier onder controle moet houden en bewegen.
Onderzoek de huidige levensstijl, eetgewoonten en lichaamsbeweging van je hond.
Neem je hond voor een onderzoek mee naar de dierenarts. Obesitas kan soms fysieke problemen of ziekte veroorzaken. Als je de hoeveelheid lichaamsbeweging van je hond wilt opvoeren, moet je er zeker van zijn dat hij het aankan. Je dierenarts kan samen met jou een specifiek programma opzetten voor je huisdier.
Stop met het geven van snacks en snoepjes. Snacks zijn bij een groot deel van de huisdieren de belangrijkste oorzaak van obesitas. Een gebalanceerde en complete voeding zal je huisdier meer dan genoeg voedingsstoffen bezorgen. Al die snoepjes of tafelrestjes tellen echt door! Als je snoepjes gebruikt ter beloning van je huisdier tijdens het trainen, trek de hoeveelheid energie dan af van de totale dagelijkse inname.
Neem je hond mee op mooie, lange wandelingen. Lichaamsbeweging is erg belangrijk.
afvallen, dieet, diëten, honden, obesitas, zwaarlijvigheidTrucjes aanleren associeer je waarschijnlijk met honden. Maar wist je dat katten ook trucjes kunnen leren? Of ze die trucjes doen hangt af van kat tot kat. Als ze de trucjes niet doen is dat niet omdat ze het niet kunnen, maar gewoon omdat ze het niet willen.
Katten zullen geen trucjes doen om jou te plezieren. En je kunt ze ook niet overhalen door ze schrik aan te jagen of door ze in de val te lokken. Als je je kat trucjes wilt leren, begin er dan mee op een moment dat hij zin heeft om te spelen.
Beloon je kat als hij ‘een kunstje’ opvoert met wat lekkers en complimenten. Vermoei hem niet met lessen die te lang duren of hij zal het snel beu geraken.
Hier vind je een paar trucjes die vrij gemakkelijk aan te leren zijn.
Het is echt niet zo moeilijk je kat te leren op zijn naam te reageren. Gebruik de naam iedere keer dat je tegen je kat spreekt. Na een tijdje zal hij altijd naar je kijken als hij zijn naam hoort. ‘Kom hier’ is ook gemakkelijk aan te leren. Gebied je kat te doen wat hij al wilde doen, zeg bijvoorbeeld “kom hier, Dino”, als hij voor zijn speeltje of zijn eten wilde komen. Na een tijdje zal hij de woorden verbinden met het komen.
Ook voor dit trucje kun je best uitgaan van iets wat hij sowieso al wilde doen. Een kat vindt het vaak fijn dat je hem over de buik aait en zal zich dus wel eens op zijn rug leggen. Gebruik de woorden ‘Dino, rol’ als je kat dit doet. Zeg dit daarna ook zonder dat je hem aait. Blijf dit herhalen totdat je kat meteen reageert. Complimenteer hem als hij gehoorzaamt en trakteer hem op iets lekkers.
Een kat zal naar een speeltje of een snoepje reiken door op zijn achterpoten te gaan staan. Uiteindelijk zal hij dat moe worden en terug op zijn billen gaan zitten. Zeg dan “zit recht”. Doe dat alle volgende keren dat de kat gaat rechtzitten totdat hij de woorden met de actie associeert. Leer hem op dezelfde manier meer trucjes als ‘schud handjes’ en ‘lig neer’.
katten, training, trucjesDe kattenkrabziekte is een infectieziekte veroorzaakt wordt door een bacterie van een zieke kat en via een beet of krab op de mens wordt overgebracht. Meestal gebeurt de besmetting na een lang contact met een jonge kat.
De kattenkrabziekte wordt veroorzaakt door de bacterie Bartonella henselae. Alle katten kunnen drager zijn van de bacterie, maar katten van minder dan een jaar oud, kittens van katten met vlooien en zwerfkatten hebben de bacterie vaker in hun bloed zitten. Hoe de besmetting verloopt is niet volledig duidelijk. Katten met vlooien en jonge vrouwelijke katten verhogen de kans op besmetting. Besmette katten kunnen de bacterie twee tot twaalf maanden nadat ze zelf besmet zijn nog verspreiden.
De meeste katten met kattenkrabziekte vertonen geen klinische verschijnselen van ziekte. Sommige katten kunnen volgende symptomen vertonen:
– Vermoeidheid
– Koorts
– Gebrek aan eetlust
– Voortplantingsmoeilijkheden
– Opgezwollen lymfeklieren
– Braken
– Rode ogen
Besmette katten die symptomen vertonen kunnen met antibiotica behandeld worden. In de nabije toekomst zal er een vaccin voor katten beschikbaar zijn.
Ook bij de mens is de kattenkrabziekte meestal een onschuldige ziekte die vanzelf overgaat. Een derde van de patiënten ondervindt wel last van de ziekte. De ziekte gaat dan de eerste dagen of weken gepaard met hoofdpijn, koorts en algemene ziekteverschijnselen.
In de buurt van de schram of beet kunnen knobbeltjes ontstaan. Dit kan leiden tot de ontsteking van de lymfeklier bij het oog. Een ander zeldzaam symptoom is een zware ontsteking van de slijmvliezen rond het oog, die uiteindelijk kan leiden tot een ontsteking van de lymfeklier bij het oog. Daardoor kan een abces ontstaan. Bij ongeveer 2% van de patiënten kan de ziekte zich ontwikkelen tot hersenvliesontsteking.
Om de ziekte te voorkomen, kun je best de beet of de krab uitwassen. Vlooien bij katten kun je best zo snel mogelijk bestrijden met antivlooienmiddel. Mensen met een verminderde weerstand komen best niet te veel in de buurt van jonge katten.
De meeste symptomen die opduiken bij de kattenkrabziekte kunnen perfect behandeld worden met antibiotica.
gezondheid, katten, kattenkrabziekte, ziekteAls je een pup in huis wilt halen moet hij in de eerste plaats volledig gewend zijn aan vast voedsel. Maar welk voedsel moet je je pup nu geven en hoe vaak?
Puppy’s groeien erg snel . Ze hebben een grote behoefte aan koolhydraten, waar ze energie uit halen, proteïnen voor de groei en calcium voor de beenderen. In vlees zitten veel proteïnen, maar niet veel calcium. De helft van je pups dieet moet dus maar uit proteïnen. In de meeste hondenvoeding zitten granen, die voor de nodige koolhydraten zorgen.
Tenzij je een hondenkweker bent met jaren ervaring, kun je best kiezen voor commercieel hondenvoedsel en niet zelf iets samenstellen. Tegenwoordig is er ook veel voedsel dat aan de specifieke behoeften van puppy’s voldoet.
Je kunt je pup de eerste week best hetzelfde voedsel geven als hij bij de kweker kreeg. Daarna kies je naargelang je persoonlijke voorkeur en je budget.
– Vochtig: (70 tot 85% water): bij deze soort rekenen we het voedsel in potjes of blikken.
– Half-vochtig (23-40% water): dit voedsel is erg gemakkelijk verteerbaar en bovendien smaakvol. Het bevat meer calorieën dan voedsel in blik.
– Droog voedsel (6-10% water): droog voedsel wordt steeds populairder omdat het voldoende koolhydraten en proteïnen bevat voor een evenwichtige voeding van je hond.
Denk eraan, je betaalt altijd voor wat je krijgt. Goedkoper voedsel is slechter verteerbaar. Je pup zal er waarschijnlijk meer van eten om aan z’n energiebehoefte te voldoen.
Katten zijn echte carnivoren, maar honden eten naast vlees ook andere dingen. Zo is het goed mogelijk dat je hond met plezier pasta, groenten, eieren en ontbijtgranen eet.
Eens de hond weg is van zijn moeder heeft hij geen melk meer nodig. Veel honden kunnen geen lactose verdragen en krijgen er diarree van. Magere melk is dus geen alternatief, ook daar zit lactose in.
Pups hebben smalle magen en hebben dus vaker voedsel nodig. Best geef je je pup op regelmatige tijdstippen te eten.
8-12 weken oud: 4 maaltijden per dag
12-16 weken oud: 3 maaltijden per dag
16-24 weken oud: 2-3 maaltijden per dag
Dat zal van ras tot ras verschillen. Grote honden groeien snel en hebben dus veel voedsel nodig voor energie. Een goede duimregel is je hond zoveel laten eten als hij wil in 20 minuten.
Een puppy in de groei heeft dus veel energie nodig, maar laat je er niet toe verleiden hem te veel te geven. Grote hondenrassen te veel voedsel geven is schadelijk omdat het de groei kan versnellen en problemen veroorzaken met het skelet. En daardoor kan je pup last krijgen van gewrichtsvervormingen en heupdysplasie.
honden, hondenvoedsel, puppys, pups, voeding, voedselKonijnen zijn doorgaans speelse beestjes met veel energie. Maar hier kan abrupt een einde aan komen door de gevolgen van bepaalde ziektes. Ontstekingen van de ogen en oren kunnen zowel bij mensen als bij konijnen voorkomen. Toch zijn er ook enkele typische ziektes waar konijnen mee te maken kunnen krijgen. Een overzicht van vaak voorkomende ziektes, hoe je ze herkent en wat te doen, kan heel wat problemen verhelpen.
Konijnen hebben over het algemeen een zeer gevoelige maag. Daar moet het baasje zeker rekening mee houden. Een veel voorkomend probleem is gasvorming. Het komt vooral voor bij konijnen die lijden aan stress, die veroorzaakt wordt door bijvoorbeeld met te veel konijnen in één kooi te leven. Ook een tekort aan lichaamsbeweging kan gasvorming in de maag van het konijn met zich meebrengen. Een voldoende grote kooi waarin niet te veel konijnen samenleven is dus noodzakelijk voor een gezonde maag.
Een ander maagprobleem is de vorming van de zogenaamde haarbal. Deze ophoping van haren en voedselresten komt dus niet enkel voor bij katten, maar kan het leven van een konijn evenzeer bijzonder onaangenaam maken. Het komt vooral voor bij konijnen die te weinig groen voedsel naar binnen krijgen. Een tekort aan vezels zorgt er namelijk voor dat de darmen lui worden en niet meer voldoende functioneren. De eetlust van het konijn vermindert aanzienlijk waardoor ook de levendigheid afneemt. Om je konijn van deze last te besparen is een gevarieerde voeding dus zeker aan te raden.
Een andere zeer vervelende aandoening bij konijnen is de vorming van blaasstenen. Dit is vooral te wijten aan het te weinig opnemen van vocht. Het kan bovendien ook wijzen op een tekort aan groenvoer. Maar hoe merk je dat je konijn hier last van heeft? Het konijn gaat beduidend minder urineren en er kan weleens bloed in de urine zitten.
Een konijn kan dus van het ene op het andere moment minder speels en energiek worden. De besproken ziektes zijn hier veel voorkomende boosdoeners van. Zoals ieder mens kan dus ook een konijn last hebben van bepaalde infecties en ander kwaaltjes. Belangrijk is dat men tijdig ingrijpt. Volg de gezondheid van je konijn goed op en ga indien nodig naar de dierenarts.
blaasstenen, knaagdieren, konijnen, maag, ziekteHet lijkt misschien wat vreemd maar honden en katten kunnen ook weleens verkouden worden. De boosdoeners zijn niet dezelfde virussen als bij mensen, maar toch kunnen ze je huisdieren ook een erg onaangename tijd bezorgen. Wat zijn de symptomen en wat kan je doen om je huisdier erdoor te helpen?
Heeft je hond last van lopende ogen en neus, een verminderde eetlust en aanzienlijk minder energie? Dan is de kans groot dat de ziekte van Carré jouw huisdier heeft getroffen. Een hond kan erg onder de ziekte lijden want het put hem namelijk helemaal uit. Bovendien is de kans groot dat als je de ziekte niet tijdig opmerkt, de hond sterft. Het is dus een gevaarlijke ziekte die onmiddellijke behandeling vereist.
Er zijn ook ziektes die zowel bij mensen als dieren kunnen voorkomen. Een ontsteking van de keel is hier een veelvoorkomend voorbeeld van. Een keelontsteking bij je hond herken je aan het extreem snurken, hoesten, kwijlen, moeite hebben bij het eten en de aanmaak van veel speeksel. Vooral bepaalde honden, zoals Engels en Franse buldoggen, hebben hier vaak last van. Bij deze rassen is het overigens een chronische ziekte die te wijten is aan hun bouw. Men kan hier dus niet veel aan doen. Bij andere rassen is het echter een stuk makkelijker om de ziekte te bestrijden. Een pilletje kan dan werkelijk wonderen doen en maakt je huisdier weer net zo fit als tevoren.
Honden kunnen dus evenzeer last hebben van menselijke ziektes. Maar ook katten kunnen hiermee te maken krijgen. Een oorontsteking is bij de katachtige een vaak voorkomend probleem. Je kunt het vooral merken aan het continu kopschudden en het overmatig produceren van oorsmeer. Bovendien kan er ook een indringende stank komen uit het oor door de opgehoopte etter en bloed. Het is voor je kat dus zeker geen pretje om hier last van te hebben.
Huisdieren kunnen met heel wat kwaaltjes te maken krijgen waardoor een goede verzorging een ware must is. Belangrijk hierbij is dat je de gezondheid van je hond of kat op de voet volgt zodat je tijdig kunt ingrijpen. Vaak is het helemaal niet nodig om onmiddellijk naar de dierenarts te gaan en kikkert je huisdier na een simpele spray of pilletje weer helemaal op. Maar soms mag je gewoonweg niet wachten om even een bezoekje aan de dierenarts te brengen. Houd dus niet louter je eigen gezondheid in het oog maar ook die van je huisdier.
honden, hondenziekte, huisdieren, katten, keelontsteking, oorontsteking, ziekte, ziekte van CarréEr zijn veel manieren waarop je kat kan reageren op een pasgeboren baby. Ten eerste is er nieuwsgierigheid (een eigenschap die vaak aan katten toegeschreven wordt) waarbij de kat enthousiast de nieuwkomer zal besnuffelen. Het kan echter ook voorvallen dat de kat de baby gewoon negeert, vooral in het begin. Andere katten lijken jaloers en zullen zo vaak mogelijk tussen de moeder en de baby springen, en veel aandacht vragen van de volwassenen. Ze zullen ook aanhankelijker zijn dan anders. Nog andere katten zijn bang door al de commotie en verstoppen zich een tijdje, tot de routine teruggekeerd is. Geef je kat zeker genoeg aandacht als de baby bijvoorbeeld slaapt.
Dat een kat agressief wordt tegenover een baby is zeldzaam, maar het is aangeraden een baby of kind nooit alleen te laten met huisdieren (zelfs al is het maar voor eventjes en zelfs al kunnen ze goed met elkaar overweg!). De baby kan bijvoorbeeld over de kat heen rollen of plots luid beginnen wenen, waardoor de kat schrikt en agressief kan worden. Dit soort incidenten zijn dus makkelijk te vermijden door de kat en de baby simpelweg niet onbewaakt alleen te laten.
Als je kat over het algemeen onvoorspelbaar is nog voor er een baby in huis is, vraag dan raad aan je dierenarts. Je moet in elk geval nog waakzamer zijn dan anders. Een broodje-aapverhaal vertelt dat katten kinderen verstikken terwijl ze in hun wiegje liggen te slapen. De boodschap erachter is dat je je kat de toegang tot de kamer van de baby best ontzegt om verschillende redenen: hygiëne, rust en bescherming tegen abnormale omstandigheden. Het is normaal dat je als ouder de deur van de babykamer open wil laten (voor de luchtcirculatie en om de baby te kunnen horen), dus je installeert best een soort ‘muggenraam’: zo kan er lucht en geluid door, maar geen huisdieren.
Wanneer het kind ouder wordt, zal hij geïnteresseerd worden in de kat. Ook hier is het belangrijk dat ze niet alleen gelaten worden en dat het kind een goede opvoeding krijgt over wat je wel en niet mag doen met een kat. Als de twee met elkaar in contact komen, moet je er zeker van zijn dat je kat gezond is en op tijd zijn vaccinaties gekregen heeft. Je laat je kat best nog eens onderzoeken op parasieten en dergelijke.
Probeer vooral niets te forceren. Denk eraan dat je je kat de tijd moet geven om de baby te accepteren.
baby, katten, kinderenIedereen weet dat je honden tot op zekere hoogte kunt trainen, maar van katten wordt dat niet verwacht: ze zijn onafhankelijker dan honden en zullen pas met hun ‘baasjes’ contact zoeken als zij dat zelf willen. Toch is het mogelijk om je kat een paar basistaakjes aan te leren, maar daarvoor is het belangrijk dat je begrijpt hoe hun hoofdje werkt.
Katten zullen het meest willen meewerken als je hen beloont. Verder moet je weten dat hun ‘attention span’ (dit is de gemiddelde tijd waarin ze hun aandacht bij één bepaalde zaak kunnen houden) veel korter is dan die van honden.
Wat een kat leuk vindt is een pluizig balletje, daarmee kan je je kat dus leren dingen naar jou toe te brengen. Dit spelletje zorgt tegelijk ook voor beweging. Het is het best om met korte afstanden te beginnen en zo verder te bouwen. Telkens je kat het balletje terugbrengt, moet je hem een beloning geven: eten, lieve woordjes, aaitjes,… Denk aan de ‘attention span’: laat het spelletje niet te lang duren en stop er meteen mee als je ziet dat je kat moe wordt.
Je kan je kat zelfs leren het toilet te gebruiken (als je dat wil, tenminste). Bij jonge katjes gaat het leerproces makkelijker. Zet de eerste paar weken de pot die je kat normaal gebruikt naast het toilet. Plaats de pot daarna geleidelijk aan hoger en hoger, maar gebruik een stevig systeem zodat er niets naar beneden valt. Doe dit een paar weken en plaats de pot daarna op het toilet zelf. Als dit goed gaat, kan je de kat leren het toilet zelf te gebruiken. Je moet er natuurlijk op letten dat je het deksel van het toilet altijd omhoog laat staan.
Je kan je kat ook aan de leiband hangen, zodat je een wandelingetje kan maken. Ook dit vraagt geduld. Zoek een soort harnasje in plaats van een gewone halsband: dit is veiliger voor de nek van je kat. Sommige eigenaars nemen zelfs hun hond en kat tegelijk mee uit voor een wandeling. Je moet wel de wandelingen kort houden (denk aan de ‘attention span’) en je kat belonen als hij wandelt op een bepaald teken (als je bijvoorbeeld “wandel” roept).
Voor verder training kan je raad vragen aan je dierenarts. Hij zal je misschien een paar boeken kunnen geven. Ook trainingsboekjes voor honden zijn meestal geschikt: de basisprincipes blijven dezelfde.
basistraining, katten, trainingEr scheelt iets aan je vogeltje en je moet ermee naar de dierenarts? Dan zijn er een aantal dingen waar je zeker moet op letten.
Ten eerste mag je de kooi zeker niet schoonmaken vlak voor het bezoek aan de dokter. Het is namelijk belangrijk dat die kan zien wat er precies in de kooi ligt: daaruit kan hij al veel afleiden over je vogel. Probeer dus ook je vogel in zijn eigen kooi te vervoeren en bedek de bodem met papier zodat die intact blijft voor het onderzoek. Zo zullen de uitwerpselen ook minder snel uitdrogen en dit kan de dierenarts helpen bij het stellen van een diagnose.
Als je je vogel om de één of andere reden niet in zijn eigen kooi kan vervoeren en je een kartonnen doos gebruikt, bedek de bodem van de doos dan met keukenpapier. Zorg ervoor dat er genoeg luchtgaten in de doos zijn, en dat je vogel zeker niet kan ontsnappen. Het kan handig zijn in dat geval een fotootje mee te brengen van de echte kooi, zodat de dierenarts de grootte kan zien.
Maak het waterkommetje leeg voordat je je vogel transporteert. Anders is de kans groot dat je auto in een zwembad veranderd is tegen de tijd dat je bij de dierenarts aankomt.
Vergeet zeker niet het ‘medisch dossier’ van je vogel mee te brengen met informatie over bepaalde behandelingen tegen wormen of mijten, psittacosis (de ‘papegaaienziekte’, ook besmettelijk voor de mens) of nog andere aandoeningen. Neem ook het document mee waarop staat waar je de vogel gekocht hebt. Het is belangrijk dat de dierenarts het medische verleden van je vogel min of meer kan reconstrueren om een beter zicht te krijgen op de zaak.
Breng staaltjes mee van de voeding en het water dat je vogel krijgt. Ook eventuele speeltjes en calciumbronnen moeten meegenomen worden, zodat de dierenarts deze kan onderzoeken. Zorg ervoor dat je aan de dierenarts kan uitleggen hoeveel je vogel precies eet en drinkt.
Zorg voor een onderzoek bij warm weer, indien dat mogelijk is. Anders moet je zeker je voertuig voorverwarmen en een deken over de kooi hangen. Dit deken zal ervoor zorgen dat de vogel niet afkoelt en dat hij rustig blijft.
Voor grote vogels mag je niet vergeten speciale handschoenen mee te brengen (die je zelf ook gebruikt als je de vogel wil aanraken). Waarschuw je dierenarts zeker als je vogel het niet gewend is om vastgenomen te worden.
dierenarts, vogels, ziekteAls je een verandering van gedrag opmerkt bij je konijn, maak dan een afspraak met een dierenarts in je buurt. Probeer een dierenarts te vinden die zich specifiek bezig houdt met konijnen en verwante diersoorten: hij zal beter in staat zijn een diagnose te stellen en een gepaste behandeling te starten dan een dierenarts die er niet in gespecialiseerd is.
Hieronder geven we een aantal oorzaken van huidirritatie of jeuk (prutitis) en het uittrekken van haar bij konijnen. Vele oorzaken zorgen voor gelijkaardige symptomen, dus het is altijd nodig er een professioneel dierenarts bij te halen. Start nooit zelf zomaar een behandeling.
Het zou kunnen dat je konijn zwanger is. Dan kan het grote stukken haar uittrekken voor het bouwen van een nest. Dit wordt beschouwd als normaal gedrag, er is dus geen behandeling nodig.
Cheyletiellavachtmijten vormen een andere oorzaak. Meestal zorgt dit voor schilferende dermatitis met matig haarverlies. Er kunnen korsten op de huid ontstaan en je konijn kan er ook jeuk van ondervinden. Een ringworm of dermatomycosis (een soort schimmel) kan zorgen voor plaatselijke droge, schilferige letsels. Ook hierbij kan jeuk optreden.
Een slechte omgeving kan ook de oorzaak zijn. Een ruw vloeroppervlak, contactirritatie door bijvoorbeeld schoonmaakproducten voor de kooi van het konijn kunnen haarverlies veroorzaken. Door vochtigheid kan dermatitis ontstaan. Een stafylokokkenbacterie kan voor pijnlijke voetzooltjes zorgen bij je konijn (pododermatitis). Een infectie met de pasteurella multocidabacterie leidt tot vochtafscheidende dermatitis.
Ook de voeding kan een probleem zijn. Voeding van lage kwaliteit of eten dat te weinig vezels bevat kan diarree veroorzaken. Dit verhoogt de vochtigheid in de vacht en rond de kooi.
Haarverlies door stress zorgt voor lokale of verspreide distributie van letsels. Ook vlooien kunnen een oorzaak zijn van haarverlies, net zoals oormijten. Deze laatste parasieten verspreiden zich in zeldzame gevallen ook naar andere plaatsen dan de oren, bijvoorbeeld naar de dijen of poten.
Soms is het moeilijk om een diagnose te stellen: het is niet altijd zeker dat er een oorzaak gevonden wordt. Men noemt de oorzaak dan ‘idiopathisch’ (wat zoveel wil zeggen als ‘we weten niet wat de aandoening veroorzaakt’).
De dierenarts kan na het stellen van de diagnose behandelingen voorschrijven, zoals de nagels heel kort knippen, de specifieke oorzaak aanpakken en de kooi proper en droog houden. De stress voor het konijn moet tot het minimum beperkt worden.
haarverlies, huidirritatie, jeuk, knaagdieren, konijnen