Ook al komen ze ’s avonds gezellig mee op het tv-dekentje liggen, ook al schooien ze tafelrestjes, hun eetgewoonten en -patronen hebben tamme katten uit de natuur meegekregen. Katten zijn kieskeurige vleeseters, eten kleine maar frequente maaltijden en drinken liefst water.
Katten zijn van nature vleeseters. Ze hebben grote hoeveelheden aminozuren nodig als ‘bouwstenen’ voor hun gestel en maken voor hun stofwisseling ook gretig gebruik van mineralen en vitaminen die bijna uitsluitend in vlees terug te vinden zijn. Het is daarom maar al te gek je kat op een vegetarisch dieet te zetten …
Jonge katjes en oude katten krijgen het beste specifieke voeding. Kittens hebben bijvoorbeeld meer eiwitten nodig dan een volgroeide kat om beenderen en spieren te kweken en te verstevigen. De speciale voeding vind je net als andere kattenvoeding in de supermarkt of in de dierenspeciaalzaak.
Katten zijn kieskeurige eters. Mogelijk moet je enkele merken, soorten en smaken kattenvoer uitproberen vooraleer je iets vindt wat je kat echt graag lust. Gelukkig bestaat er een heel gamma kattenvoeding: droge brokken, stukjes vlees in gelei of saus, brokjes, beloningssnoepjes en meer. In tegenstelling tot de meeste mensen vinden katten het niet erg om steeds hetzelfde te eten. Ze raken na een tijd zelfs gehecht aan dezelfde voeding.
Wil je dan toch eens iets nieuws proberen, dan kan het nodig zijn dat je de nieuwe voeding beetje bij beetje onder de oude mengt, om de gewenning makkelijker te laten verlopen. Voorts kan je er ook rekening mee houden dat je kieskeurige vriend zijn voeding niet graag gekoeld heeft … een prooi legt die immers ook niet vooraf in de koelkast.
Tot slot, geef je kat zeker niet hetzelfde eten als je hond. Hondenvoeding heeft een andere samenstelling en een teveel van sommige van die voedingstoffen kan zelfs schadelijk zijn voor katten. Geef je kat ook niet de restjes van je eigen maaltijd. Een restje of tussendoortje kan eventueel wel.
Katten zijn efficiënte eters, ze voelen zelf perfect aan wanneer ze voedingsstoffen nodig hebben. Om verzadiging te vermijden, eten katten weinig per maaltijd. Daartegenover staat wel dat ze vaak eten, gemiddeld tien keer per dag. Speel hierop in door je kat verschillende keren per dag eten te geven, liefst op vaste tijdstippen. Vooral voor jonge katjes is dat belangrijk.
De hoeveelheid voedsel die katten per dag eten, kan sterk verschillen van dag tot dag en van periode tot periode. Katten eten in cycli, net als toen hun voedselhoeveelheid afhankelijk was van de opbrengst van de jacht. Af en toe een pietluttige hoeveelheid eten is daarom geen uiting van ontevredenheid over het aangeboden eten, maar veeleer aangeboren. Katten hebben ook minder eetlust in tijden van stress, zoals bij veranderingen in de omgeving of bij een verhuis.
Eet je kat daarentegen overmatig veel, dan kan dat wijzen op een lintworm. Een pilletje uit de apotheek onder het voedsel mengen kan dan volstaan om de lintworm te bestrijden.
Heeft je kat last van overgewicht, dan raadpleeg je het beste een dierenarts. De kat zelf op dieet zetten is een hachelijke onderneming die veel kennis en expertise vergt en waarbij je mogelijk essentiële voedingsstoffen uit de voeding weert. Ervoor zorgen dat de kat geen tweede maaltijd bij de buren krijgt, geen tussendoortjes of tafelrestjes geven en eten geven op vaste tijdstippen, kunnen dan weer wel goede voorzorgs- of bestrijdingsmaatregelen voor overgewicht zijn.
Geef je beter water aan je kat of beter melk? Het antwoord is water. Gewone koemelk bevat meer lactose dan goed is voor katten. Wat niet wil zeggen dat katten niet graag melk drinken. Wil je je kat toch melk geven, dan kan je speciale kattenmelk kopen of melk aanlengen met een even groot deel water. Eens jonge katjes niet meer door hun moeder gezoogd worden, hebben ze geen behoefte meer aan melk.
Dit bericht is gepost op 6 May 2008 om 09:54 uur en is geplaatst in Katten verzorging.